Piping#
Voor piping is geen aparte workflow nodig. De gegevens die in het invoerbestand worden ingevuld kunnen direct in de database worden weggeschreven.
Structuur van het invoerbestand voor piping#
Kolom |
Beschrijving |
|
---|---|---|
doorsnede |
Verplicht |
Naam van het dwarsprofiel. |
scenario |
Verplicht |
Indien er meerdere ondergrondscenario’s zijn, dient hier het scenario ID te worden ingevoerd. Deze moet een nummer zijn. |
scenariokans |
Verplicht |
Conditionele kans op het ondergrondscenario [-] |
polderpeil |
Optioneel |
Polderpeil [m+NAP] |
d_wvp |
Optioneel |
Dikte van het watervoerend pakket [m] |
d70 |
Optioneel |
Zeefmaat die 70% (massa) van de zandkorrels van de zandfractie laat passeren [m] |
d_cover |
Optioneel |
Dike van de deklaag [m] |
h_exit |
Optioneel |
Bodemhoogte bij uittredepunt [m+NAP] |
r_exit |
Optioneel |
Dempingsfactor bij uittredepunt [-] (afname van stijghoogte in watervoerend pakket ten gevolge van lek door slappelagenpakket) |
l_voor |
Optioneel |
Kwelweglengte intredepunt tot binnenteen dijk [m] |
l_achter |
Optioneel |
Kwelweglengte binnenteen tot uittredepunt [m] |
k |
Optioneel |
Doorlatendheid van het watervoerend pakket [m/s] |
gamma_sat |
Optioneel |
Verzadigd gewicht van de deklaag [kN/m3] |
kwelscherm |
Optioneel |
Aanwezigheid kwelscherm. 0 = kwelscherm afwezig, 1 = kwelscherm aanwezig |
dh_exit |
Optioneel |
Jaarlijkse bodemdaling van het achterland [m/jaar] |
beta |
Optioneel |
Betrouwbaarheidsindex horend bij het scenario. Alternatief voor semi-probabilistische invoer. |
Het vullen van het invoerbestand#
Voor piping zijn twee berekeningsopties beschikbaar:
Een semi-probabilistische Sellmeijer berekening waarbij uit bovenstaande tabel alle optionele parameters behalve beta worden gebruikt.
Directe invoer van de betrouwbaarheidsindex waarbij de verplichte kolommen en de kolom beta worden ingevuld. In dat geval is de kolom beta de betrouwbaarheidsindex van de pipingberekening is.
Tip
Een voordeel van de semi-probabilistische Sellmeijer berekening is dat hierbij ook het effect van bermen wordt meegenomen. Dit is niet het geval bij de directe invoer van de betrouwbaarheidsindex. Daar hebben alleen verticale oplossingen (verticale pipingoplossingen en damwandconstructies) effect op de veiligheid voor piping.
Bij beide methoden is de aanname dat er 1 doorsnede representatief is voor een dijkvak. In sommige beoordelingen is met de uittredepuntenmethode gerekend. In dat geval is het advies om per vak het zwakste uittredepunt te kiezen, en met de verschillen tussen uittredepunten rekening te houden bij het maken van de vakindeling of bij het definieren van parameter a_piping in de vakindeling.
Voor de parameters L_voor en L_achter geldt dat L_achter beter niet meer dan 30 meter kan zijn: in dat geval hebben bermen geen effect op piping wat tot ongewenste effecten kan leiden bij de maatregelen. Mocht een dergelijke situatie zich toch voordoen, neem dan contact op.